Er is steeds meer aandacht voor psyschische problematiek. Fijn, want heb je last van je knie, een gebroken arm, dan is er vaak veel begrip. Voor wat je niet direct ziet en wat je veel moeilijker onder woorden kan brengen, schiet dat nog weleens tekort.
Dat werkt natuurlijk aan twee kanten, want als er weinig over gepraat wordt, blijft het een vaag iets, iets mysterieus. En dat terwijl zoveel mensen, tijdelijk of permanent, lijden aan tal van mentale issues.
“Hier uw Wellbutrin”
Vanmorgen haalde ik een nieuw potje Wellbutrin. De apothekersassistente benoemde het hardop: “Zo, hier uw Wellbutrin”. Alsof ze me een heel mooi kadootjes gaf, de nieuwste iPhone ofzo. Gelukkig waren er op dat moment geen klanten meer. Maar dat ik in elkaar dook en rondkeek of er niemand was, zegt iets over het feit dat ik alles nog niet zo geaccepteerd heb. En dat ik, ook als ik het wilde, er ook nog lang niet altijd makkelijk open over kan praten.
Twijfelkont
Met name praten over de medicatie is een dingetje. Toen ik ermee begon, was ik behoorlijk wanhopig door mijn extreme moodswings. Ik had na mijn scheiding ruim 2 maanden erg slecht geslapen. En ging me dan ook afvragen of die dip misschien gewoon door het slechte slapen kwam. En een twijfelkont als ik ben, stopte ik twee weken geleden dus weer met de Wellbutrin. Maar aan het einde van de dag was ik zo opgejaagd en had ik zo’n enorme hoofdpijn, dat ik toch besloot om weer te beginnen.
Ups en downs
En ik moet zeggen: ik ben minder vaak opgejaagd. Het gaat met ups en downs: ik kan hele dag blij zij door een vriendelijk gebaar van iemand op straat, maar ook hele dag een stemming hebben van ‘krijg toch allemaal de kolere’. En ik heb nog steeds meer gesprekken in mijn hoofd dan in real life. Toch laat ik dingen voor mijn doen makkelijker los. Ik blijf me afvragen: is dit het waard, het risico van medicatie? Want het rondjes draaien in m’n hoofd en die borrelende onrust lijken nooit helemaal weg te gaan. Maar we zien het wel. In de tussentijd leg ik mezelf maar weer eens de mantra op: per dag je best doen en weten dat dat genoeg is.
Vechten
Vandaag is ook een minder dagje. Ik ben moe. Twee weken geleden schreef ik daarover onderstaand gedicht:
Moe Zo moe van het vechten, jarenlang tegen pijn en verdriet. Eenzaamheid die niemand ziet. Niemand die er ook bij komen kon, de act van sterk zijn is wat ik overwon. Door de muren heen gebroken, ik voel me niet meer alleen. Ik mag er zijn met al mijn gekte en pijn en vertrouw op de mensen die er voor me zijn. Ik heb vertrouwen in mijn eigen kunnen, ik mag het even niet weten mezelf ook gunnen. Daar ligt de kracht en groei, na een dieptepunt weer wat verder in bloei. Alles mag eruit, ik huil bitterzoete tranen, Sta open en word geraakt door alles wat het leven ingewikkeld maar de moeite waard maakt. Met de tranen komen de pijntjes vrij, al die puzzelstukjes van mij. Zo word ik weer heel, al ben ik nog zo moe van veel te veel gedoe. Ik zeg tegen mezelf: wat een werk al verricht, en zie de tekenen ervan in mijn gezicht. Nog wat bruggen te slaan, en leer te luisteren, mezelf te verstaan.