Je omgeving aanpassen, geldt dat echt alleen voor de omgeving of ook de mensen met wie je samen bent, denk ik even glimlachend. Een mooi en zinvol hoofdstuk uit het leerboek van de cognitieve training. Het hoofdstuk waarin je kijkt naar je omgeving en wat je er aan kan aanpassen om er minder te worden afgeleid en minder prikkels te ervaren. Haha, herkenbaar. Ik hou van sociaal en gezellig. Ik leef graag in een ‘dynamiek’. Maar ook dan, is het me wel eens te veel. Te veel beeld, te veel geluiden, te veel mensen. En dan kan ook geur afleidend en vervelend zijn. Het is vermoeiend en kost energie, dus dosering is verstandig. Het is ook handig als je ook de dingen wilt doen, die je moet doen.
Overzicht en rust
Weten wat je moet doen en weten wat je afleidt. Dat is zowel een handige als een onhandige combinatie. Ik gebruik een online agenda, waar privé, werk en afspraken voor de kinderen in staan. Daarmee houd ik redelijk overzicht. Alle geluidsmeldingen staan daarvoor uit. Net zoals de meldingen op de social media. Alleen de visuele meldingen houd ik aan. Mijn mobiel is dus binnen handbereik. Wanneer ik aan het werk ben, staat het belgeluid uit en ligt het apparaat onderste boven. Zo heb ik de minste afleiding. Als ik een hele goeie dag heb, maak ik op een post-it een to-do-lijstje van drie tot vijf taken. Als het weer wat minder gaat, dan heb ik na verloop van tijd meerdere post-it’s met doorgestreepte taken. Echter niet één geheel afgewerkt lijstje. Gelukkig ben ik heel goed in flexibele deadlines en gebeurt wat echt moet gebeuren meestal wel op tijd.
Opgeruimd en rustig
Dit is wat moeilijker. Ik houd namelijk wel van een zekere opgeruimde, schone thuis- en werkomgeving. De vaat moet dus echt van het aanrecht af, als ik thuis achter de laptop werk. Het is in een andere ruimte maar kan toch een storend element zijn. Ik ruim dus op voor ik begin, maar moet zorgen dat ik niet teveel opruim, want dan wordt beginnen lastig. Tegelijkertijd is mijn eettafel mijn werkplek. Ik heb daar gestructureerde stapels van wat ik nog moet doen. Want als zaken van die stapel in de kast verdwijnen, dan verdwijnt het ook van mijn netvlies. Of, ik moet ze ijzersterk op een van mijn post-it’s genoteerd hebben staan. Maar meestal is het een combinatie van beiden. Gelukkig eten wij altijd op de bank, dus heb ik niet het probleem van de eettafel afruimen en opnieuw moeten ordenen. Een aparte werkkamer zou een oplossing zijn, maar daar zou ik zeker dezelfde stapelmethode toepassen.
De werkstapels, notities en mobiele agenda geven mij dus overzicht. Maar grote afleiding thuis, is het verkeer door de straat. Ik kan zowel op mijn laptop kijken als alle fietsers voorbij zien komen. Mijn rolgordijnen zijn, je raad het al, tijdens een werkdag bijna helemaal dicht. Een groot wit en licht vlak. Heerlijk rustgevend. Als dan wel de post wordt bezorgd of een bekende aan de deur komt, is dat een redelijke orde-verstoorder in de hyperfocus van het werk en de rustige omgeving. Afhankelijk van wie, de focus of werkflow, komt er een irritatie boven drijven. Die in meer of mindere mate te onderdrukken valt. De onverwachte bezoeker kan er uiteindelijk niets aan doen, dat ze me storen. Dat probeer ik iedere keer opnieuw voor ogen te houden, als ik me losweek van de laptop.
Geordend en gesteund
Ik heb redelijk wat moeite gehad om in een kantoorruimte te werken. Ik ben zowel een harde werker als een gezellige kletser. Toch wil ik niet met alle kletspraatjes meedoen en daarom zonder ik mezelf liever af. Toen Het Nieuwe Werken en flex-plekken werden ingesteld, was ik even zwaar onthand. Geen vaste computer en plek meer, maar een laptop en een beschikbaar plekje zoeken. Dat gaf de nodige onrust, zorgen dat je compleet was in je spullen en telkens alle snoeren aansluiten en nieuwe manieren van vergaderen. Na wat verschillende beginnersfouten vond ik er mijn regelmaat en routine in. Het heeft gezorgd dat ik mijn aanpassingsvermogen heb ontwikkeld. Maar na enkele van zulke drukke dagen, moet ik echt weer stevig opladen.
Met muziek aan kan ik echt niet werken. Dan wil ik bewegen en meezingen. Meestal draai ik wat uptempo en vrolijke muziek voordat ik begin. Dat is een enorme oppepper. Of wanneer ik een creatieve blokkade heb, of even mijn doorzettingsvermogen een boost moet geven. Ja, ik ben heel wat wijzer geworden, ik weet nu hoe het werkt. En als het op orde is, werkt het best lekker!