Een dagelijkse stand-up of een weekplanning maken. Ik ken het van mijn werkomgeving. Deed er trouw aan mee. Iedere maandag plopte het signaal van mijn werkagenda op. Vooruit kijken naar de activiteiten, werkoverleggen van de komende week, samen met de activiteiten van mijn To Do-lijst. Werkoverleggen werden meestal door anderen georganiseerd en is een kwestie van de afspraken noteren. Grote terugkerende activiteiten plande ik bij het begin van het jaar in of aan het begin van de klus. ‘So far, so good’.
Kleine klussen
Maar het werk bestond eenmaal niet uit veel standaard en repeterend werk. Want dat maakte het werk juist zo leuk. De afwisseling, de ad-hoc klussen, de spontane vraag om ondersteuning, de wens om samen te werken en dat uit te breiden. En dan nog bijna mijn enthousiasme voor veel zaken. Je kan je er wat bij voorstellen. Het lijkt verdacht veel op jongleren.
Verantwoordelijkheidsgevoel
Gelukkig had ik veel administratieve ervaring uit mijn eerste baantje. Correspondentie verzorgen via een proces en samen met agendabeheer. Heb ik veel ondersteunde functies gedaan, waarin je juist ontzorgt. Veel structuur toepassen, had ik dus via mijn werkervaring geleerd en daar mezelf in ontwikkeld. Pro-actief handelen werd mijn nieuwe motto en daar kan je wel aardig in doorschieten. Daar vond ik ook weer de balans in terug. En toen het me ging vervelen, kwamen er andere banen in beeld.
Toch bleef het altijd lastig. Structuur, routine, verveling. Enthousiasme, inspiratie en energie. Zo naast elkaar klinkt het harmonieus, maar de praktijk was meer weerbarstig.
Cognitieve training
Met de psycho-educatie en de cognitieve training kwam er verandering. Ik was leergierig en absorbeerde de nieuwe inzichten. Ik ging het anders doen en was vastberaden. Alleen de verandering in gang zetten, vasthouden en volhouden kost mij – en jullie ook hoogstwaarschijnlijk – aardig wat moeite. Ik weet wat ik moet doen. Ik weet hoe ik het moet doen. En af en toe verzand ik natuurlijk toch in de oude patronen. Te veel enthousiasme, te veel inspiratie, te veel energie, lees inzet. De structuur verdwijnt. Weg kleine, dagelijkse planning. Weg het grotere overzicht. Aan de daadkracht ligt het dan niet, er wordt toch nog veel gedaan. Alleen bij het omslagpunt komt de ontmoediging. En het gebrek aan motivatie en het grote niks-doen ligt op de loer.
Toch kan ik nu zeggen, zo’n drie of vier jaar na de educatie en training dat er wel een omkeer is geweest. Het gebeurt nog wel. Het gebeurt nog steeds. Maar minder vaak en minder ‘groots’. En bijsturen lukt ook steeds beter. Hoe is dat bij jou?