Had ik als kind maar geweten wat ik nu weet. Ik kon niets veranderen aan het gedrag van klasgenoten, maar ik had wel anders geoordeeld over deze mensen, over mijzelf en over mijn leven op dat moment. Ik haatte school. Vooral de eerste jaren van de middelbare school vond ik zo erg dat ik elke ochtend met het lood in mijn schoenen van huis ging. In de derde klas heb ik veel gespijbeld. De pesterijen werden dat jaar te erg en ik voelde me zo eenzaam, zo afgewezen.
Daar was even een connectie
Mijn beste vriendin zat op de havo en ik zat op de mavo. Na schooltijd spraken we vaak af. We vonden dezelfde dingen belangrijk, hadden dezelfde idealen en daar konden we urenlang over praten. Toen ik na het behalen van mijn diploma doorstroomde naar de havo, werd het fijner voor me om naar school te gaan. De mensen in de klas namen het leven en leren net zo serieus als ik. Het was niet zo dat ik alle lesstof zo boeiend vond. Eigenlijk vond ik er geen klap aan, al die algemene kennis, de wijsheid van anderen, die ik moest leren. In het examenjaar van de mavo was er een klasgenootje dat op een dag opmerkte voor de hele klas: ‘Ik denk dat Margriet zo hard leert omdat ze zo snel mogelijk van school af wil zijn.’ Aan mijn stralende glimlach en heftige knikken kon iedereen zien dat ze de spijker op z’n kop had geslagen. Het ergste ‘stuudje’ en ‘tutje’ van de klas haatte naar school gaan en leren net zo erg als de anderen om haar heen. Op dat moment zagen we voor het eerst dat we iets met elkaar gemeen hadden. Daar was even een connectie, heel even maar.
Origineel zijn
Had ik toen maar geweten hoe wij mensen in elkaar zitten als we nog zo jong zijn, dat we het meest bezig zijn met ontdekken wie we zijn. Had ik maar geweten dat een mens zichzelf alleen kan leren kennen door zich te spiegelen aan anderen. Dat het gevoel dat ik anders was dan de anderen, gewoon klopte, en dat zij daarom niets van mij wilden weten en ik niets van hen. Voor mijn gevoel kwam ik van een andere planeet, was ik een ander soort wezen. Er liepen wel mensen rond die op mij leken, maar dat waren er maar weinig en die zaten niet bij mij in de klas. Het advies dat ik van de meeste volwassenen kreeg, was dat ik meer op de andere meiden moest lijken. Maar mijn ouders hielden mij gelukkig altijd voor om zoveel mogelijk mezelf te zijn, om origineel te zijn. Daardoor accepteerde ik dat ik anders was. Ik deed geen pogingen om erbij te horen. Achteraf begrijp ik dat dit als olie op het vuur zijn geweest.
In de jaren dat ik van een meisje veranderde in een vrouw, keerden jongens zich zo ongeveer letterlijk in walging van me af. Zij maakten grapjes over mij en ten koste van mij, door klasgenoten te pesten met het idee dat zij mij wel eens leuk zouden kunnen vinden. Met de nieuwe mogelijkheden om elkaar te bereiken in dit digitale tijdperk, zijn pesterijen erger geworden, voorbij de grenzen van school en werk. Ik heb geluk gehad. Zodra ik naar huis ging, was ik verlost van de afwijzingen. Dan kon ik mij terugtrekken in mijn eigen wereld.
Jouw werkelijke gezicht
Besef je dat de enige persoon in de wereld die jou kan zijn, jijzelf, de enige persoon is die nooit jouw werkelijke gezicht kan zien? Daar zijn hulpmiddelen voor nodig, zoals een spiegel, of andere mensen. In de eerste vijfentwintig tot dertig jaren van jouw leven ben je vooral bezig met het ontdekken wie je bent, net als ieder ander mens. Je zoekt naar jezelf in de gezichten, de overtuigingen en het gedrag van je ouders, familie, vrienden, klasgenoten, collega’s. Als je weinig herkent, is het moeilijker om jezelf te leren kennen. Je kunt in dat geval vooral ontdekken wie je bent aan de hand van aanwijzingen over wie je niet bent. Zodra jij je probeert aan te passen aan de anderen, probeert om je aan te sluiten bij mensen die er anders uitzien, anders denken, zich anders voelen, en vooral andere persoonlijke waarden hebben, kunnen er twee dingen gebeuren. Of er zijn mensen die aanvoelen dat jij je anders voordoet dan je bent en zij zullen je afwijzen. Hoe harder jij je best doet, hoe gemener die afwijzing wordt. Of het lukt je om de anderen te overtuigen en je raakt het besef van wie je echt bent, kwijt. Als reactie hierop zul je de mensen die je tegenkomt, die wel op jouw ware zelf lijken, afwijzen, misschien zelfs pesten.
Beter contact
Had ik dit maar geweten. Ik houd van duidelijkheid, wil weten hoe iets komt, het begrijpen, om ermee om te kunnen gaan. De pesterijen hadden maar een boodschap: jij bent anders dan ik. En het enige wat ik had kunnen zeggen, is ‘dat klopt’. En ik kon niet anders doen dan mij rustig omdraaien en op zoek gaan naar de mensen waar ik mezelf meer in herkende. Op de mavo zat ik in de verkeerde omgeving, daar waar geen mensen waren waar ik mezelf in herkende. Dus mijn advies, vanuit mijn ervaring: als jij gepest wordt, keer je om, zoek naar de mensen waar jij jezelf in herkent en maak daarmee contact. Zijn die niet om jou heen op de school of op het werk waar je bent, zoek dan toch een andere school of een andere werkplek. Werk aan een toekomst die bij jou past, doe de dingen waar jij graag mee bezig bent. Pas daar jouw opleiding en werk naar aan, zodat meer mensen waar je mee leert en werkt, jouw belangstelling delen en op jou lijken. Je zult daar beter contact mee kunnen maken. Wordt jouw kind gepest, ondersteun hem bij wat ik zojuist heb aangeraden. Geef haar de kans om te zijn wie zij is; geef hem de kans om vrienden te vinden waarin hij zichzelf herkent.
Zodra je mensen die pesten op hun gedrag aanspreekt, er tegenin gaat, veroordeel je hun gedrag en bevestig je de afwijzing. Er zal dan niets veranderen, want zij zullen jouw afwijzing spiegelen. Het is zoals het is, gewoon het gevolg van een natuurlijk zoeken naar wie je bent. Doe je dat bewust, dan heb je in ieder geval vrede met jezelf. Vanuit dat gevoel zul je meer mensen om je heen verzamelen, die jouw begrip van wie jij bent en jouw gevoel van eigenwaarde versterken. De kans is groot dat daarna de stem van de anderen steeds zachter zal klinken.
Wat zijn jouw ervaringen?
Dit verhaal wil ik afsluiten met een oproep. Schrijf jouw ervaring met pesten en geef daarbij antwoord op een of meerdere van deze vragen: Ben je gepest of word je gepest? Heb je gepest of pest je iemand? Wat werkt of werkte voor jou? In wie herken jij jezelf? Bij wie voel jij je geaccepteerd?
Stuur je verhaal naar pesten.adhdvrouw@gmail.com. Ontvangen we voldoende verhalen, dan stellen we daar een boekje van samen om het gericht aanpakken van pesten te ondersteunen. Alvast heel erg bedankt namens ADHDvrouw en het BAB Instituut.