ADHD’ers en werkboeken vol zijn er over geschreven. Er schijnt altijd een spanningsveld te zijn tussen wat mensen met ADHD kunnen en hoe ze daadwerkelijk presteren op de werkvloer. Meer nog dan bij “normale” mensen, moet er aan alle (of veel) randvoorwaarden worden voldaan om alle potentieel uit haar of hem te halen.
Dat vereist soms geduldige collega’s of leidinggevenden en vaak een lange zoektocht door de ADHD’er wat nu precies bij hem of haar past. Mijn ervaring is dat juist de mensen die naast iemand met ADHD werken het verschil maken op de werkvloer, belangrijker nog dan of de functie wel helemaal past. Het zijn echter allemaal puzzelstukjes, die op de juiste plek gelegd voor een positieve impuls zorgen, maar op de verkeerde plaats voor erg veel negativiteit…
Burnout
Ik heb aan den lijve ondervonden wat de verkeerde en de juiste baan voor een ADHD’er kunnen doen. In de verkeerde positie, kelderde mijn eigenwaarde, verloor ik mijn zelfvertrouwen en werd ik vreselijk onzeker. Niet omdat ik mijn werk niet naar behoren uitvoerde, maar omdat de chemie tussen mij en mijn collega’s totaal niet klopte. Na mijn eerste en tweede burnout en daarna de openheid over mijn diagnose ADHD, ging het alleen maar verder bergafwaarts. Door deze burnouts kreeg mijn leidinggevende het idee dat ik het werk en de verantwoordelijkheid niet aankon, waarna ze mij op alle vlakken ging controleren. Goedbedoeld misschien, maar daardoor ging ik nog meer fouten maken, dagdromen over van alles en werd ik totaal niet meer geprikkeld om het beste uit mijn functie te halen. Ik baalde van mezelf; niet in staat om de motivatie te vinden om mijn kwaliteiten in te zetten. Na een kleine tien jaar was de koek op en besloot ik zelf van baan te veranderen.
En toen….
Na een omzwerving kwam ik in mijn huidige functie terecht. Ook hier heb ik even geworsteld om mijn plekje te vinden. Met het grote verschil dat er nu een collega was die mij alle ruimte gaf om uit te blazen als ik gefrustreerd was, mij uitdaagde het eens van een andere kant te zien en mij ook liet inzien dat het soms beter is om niet te reageren op dingen die mij triggeren. Deze collega is inmiddels mijn leidinggevende geworden. Hij wist van begin af aan dat ik ADHD heb (“als je het me niet verteld had, had ik het wel geraden”), maar gaat gewoon heel erg goed om met mijn gebruiksaanwijzing. Zo is ons kantoor verbouwd omdat we met meerdere mensen in een vrij kleine ruimte zaten. Ik was hierdoor constant afgeleid, geprikkeld en daardoor vaak geïrriteerd, ook naar collega’s. Na de verbouwing heb ik een eigen hoekje in dit grotere kantoor gekregen en kan ik nu geconcentreerd werken zonder het contact met mijn collega’s te verliezen. Hij heeft gestreden voor duidelijkheid in de taakomschrijvingen binnen ons team, ook omdat ik daar zoveel behoefte aan had. Doordat ik me gehoord en gewaardeerd voel binnen ons team, ben ik gemotiveerd en heb ik het idee dat ik echt iets waardevols inbreng in het team. Ook mijn directe (mannelijke) collega’s zijn op de hoogte van mijn ADHD en samen grappen we hier regelmatig over. Dit voelt veilig en vertrouwd waardoor ik me op mijn gemak voel en mezelf kan zijn.
Bij beide banen ben ik open geweest over mijn ADHD. Waar dat in de eerste functie totaal verkeerd uitpakte, werkt het bij de tweede werkgever juist wel. Iedereen moet voor zichzelf bepalen of zulke openheid bij je past. Willen we echter meer van zulke werkgevers als mijn huidige creëren, dan denk ik dat dit begint bij openheid. Van beide kanten. Er is werk aan de winkel!