Opletten!

focus

Een gesprek voeren en goed luisteren kan ik best. Als het maar boeiend is. Het wordt ingewikkeld als er meer dan één persoon bij betrokken is. Ik raak dan afgeleid. Vooral in een grote groep zoals op een feestje is dat hinderlijk. Voornamelijk voor mijzelf, ik kan me niet concentreren op in mijn ogen futiliteiten als het weer, de laatste vakantie of een kookboek. Ik knik dan beleefd maar volg ondertussen dat wat er om mij heen gebeurt. Zo weet ik de volgende dag feilloos op te noemen welke kunst er aan de muur hing en wie er aan de botox is. O ja, en wie aan wie een hekel heeft of elkaar héél erg aardig vindt. Maar waar het gesprek ook al weer over ging? Ik weet niet eens meer of ik wel de juiste antwoorden op bepaalde vragen gegeven heb.

Niet allemaal op een rijtje

Je zou zeggen; “Dat is toch helemaal niet erg? Dat heeft iedereen weleens.”  Ik heb het echter zo vaak dat mensen denken dat ik ze niet allemaal op ‘een rijtje heb’.  Er zijn mensen die hartelijk lachen om mijn vreemde antwoorden, voor hen ben ik een vermakelijk schepsel. Helaas zit mijn partner daar niet altijd bij. Neem nou het geval van Mevrouw Bellaert vorige week. Ik ging (in principe) akkoord met het idee dat mevrouw Bellaert van de Raad van Bestuur van het bedrijf van Frits bij ons zou komen borrelen. Dat was volgens Frits goed voor zijn toekomst. Eerst werd ik wat rood van opkomende paniek.  Frits verzekerde mij echter dat Mevrouw Bellaert vooral zelf aan het woord zou zijn. “Een fluitje van een cent” hoorde ik Frits zeggen. “Je hoeft alleen maar te knikken.”

Vol met spanning

Mooi zo, er viel een last van mij af. Ik kan dus met een gerust hart afdwalen met mijn gedachten. De dag van het bezoek naderde en ik raak toch vertwijfeld. Wat als ze van mij eist dat ik de hele avond bij haar blijf zitten?  Deze gespannenheid zorgt voor het langzaam maar vastberaden afstevenen op ramkoers. Ik ben niet op mijn best als ik gespannen ben. Ik word dan kattig naar Frits en een beetje bits naar mijn gasten. Ik hoopt echter nog op een begripvol en warme vrouw, dan kan ik wat in de keuken keuvelen en mij op Jelle richten.

Dan doe ik maar niets

De bel gaat. Daar is ze! De stevig knijpende hand met glimlach die de ogen niet bereiken boren alle hoop op begrip de grond in. Mevrouw Bellaert loopt vastberaden naar het door haar gedoopte ‘sherrybalkon’ en posteert zich in de middelste tuinstoel. Mij dirigeert ze naast haar.  Waar is Frits? Zit hij nog op het toilet? Is hij wijn aan het halen? Ik sta snel op. “Ik zal even kijken waar Frits is, dan haal ik wel de drankjes”, zeg ik. Ze neemt me koeltjes op. “Nee, dat kan Frits best zelf”, antwoord ze en wijst naar de stoel waar ik braaf op ging zitten. Normaal ben ik niet zo braaf. Ik weet gewoon soms niet meer hoe ik moet reageren. Dan doe ik maar niets.

Stilte

Ik word gedwongen haar retraîte in Florence aan te horen. Daarna komt een monoloog over haar tuinman. Aha, dat is een onderwerp voor mij! “Is de tuinman een beetje gespierd?” vraag ik. “Je moet toch wel sterk zijn voor dat werk, lijkt me. En niet al te oud. Eh, ik bedoel; het is vast erg leuk zo’n stoere tuinman aan huis.”  Mevrouw Bellaert kijkt naar me alsof ze water zag branden.

Het spoor bijster

Ik ben daarna haar spoor bijster geraakt en volg haar joekels van lichtblauwe oorhangers die met clips aan haar enorme oorlellen hangen. Fascinerend hoor, oorlellen. Die van mevrouw Bellaert lijken wel die van een man. Hoe kan een vrouw zulke lange oorlellen hebben? Ik bekijk haar beter. Haar handen en voeten zijn– hoewel elegant – ook erg flink. En haar stem klinkt ook best laag. Zou ze…

Er valt een stilte. Hoe lang heeft die geduurd? Een vragende blik bij mevrouw Bellaert. Ik doe een gok en zeg: “Dat weet ik niet zo precies, wat vindt u er zelf van?” Er komt een frons tussen haar wenkbrauwen en haar ogen kijken mij ineens dreigend aan. Dat was dus nog niet genoeg antwoord besef ik.  Er wordt meer van mij verwacht. “O, eh, ja, dat weet ik niet zo. Wat vindt u daar zelf van?”  herhaal ik nog maar. Vaak kom ik wel weg met dit antwoord dus ik ben vol goede hoop.

Als het maar boeiend is

Haar handen klemmen zich om de leuning van de stoel. Haar blik is nu zo onverzettelijk en hard dat ik het gevoel heb dat ze op het punt staat een kip te villen. Het valt me ineens op dat ze haar best doet niet te wiebelen op haar stoel.  “Ik neem aan dat je in het eigen huis wel weet waar het toilet is,” bijt ze mij toe. Haar stem is luid en ze is al opgestaan. Ik sta ook snel op, mijn hoofd rood van schaamte. Ze is echter met waaierend achterwerk al weggestoven naar het toilet. Dat bedoel ik dus. Ik kan best een gesprek voeren en goed luisteren tegelijkertijd. Als het maar boeiend is!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s