De vorige keer schreef ik over het krijgen van mijn diagnose. Inmiddels zijn er ruim vier maanden verstreken. Het voelt nog langer. Vlak voor mijn diagnose ben ik namelijk overspannen thuis te komen zitten, het hebben van ADHD is daar een grote boosdoener in. Daarnaast spelen er nog wat persoonlijke omstandigheden, maar daarover later meer. Betuttelen, daar is waar ik graag wat meer over vertel.
Allergisch voor betuttelen
Ik ben erg allergisch voor betuttelen, en ik denk dat alle ADHD dames met mij deze allergie delen. Je zo vaak aangesproken, want oh wat wiebelde je vroeger veel, of o wat ben je toch chaotisch, of o wat ben je toch weer een flapuit! Als je eenmaal weet waar het een en ander door komt, scheelt dat zoveel. Bij mij kwam het gevoel “tot hier en niet verder” sterk naar boven. Niemand zegt me nog wie ik moet zijn en wat te doen. Het grappige is dat de cognitieve therapie die ik voor twee maanden heb gevolgd, mij juist een heel betuttelend gevoel gaf. Meer dan de helft van de tijd werd besteedt aan zaken als hoe ik mijn post toch echt wel op een duidelijke vaste plek moet leggen. Met alle respect, ik ben geen 29 geworden met een vaste baan als ik mezelf geen structuur had aangeleerd.
Toen ik zelfs de opmerking kreeg “oh dus je moet het alleen met mijn tips doen” ( daar ik geen medicatie slik, het leverde mij nagenoeg niks op) op een toon alsof ik zonder echt niks zou kunnen, voor mijn voeten kreeg. En de opmerking “morgen is het diagnose dag, het is hier momenteel zon herrie rondom het gebouw dat is me wat met al die ADHD’ers zonder medicijnen”, dacht ik STOP. Weer laat ik me zeggen wat moet en niet, op een manier die niet bij mij past. Ik hou er niet van om over één kam geschoren te worden, een te algemene uitleg te krijgen en eindeloos negatieve situaties te analyseren.
Aan de slag met gevolgschare
Nu ben ik sinds een paar weken onder behandeling bij een ADHD coach. Zij had het over gevolgschade, die is bij mij erg groot. Ik heb zoveel aangepast en weggestopt, dat ik soms vergeten ben waar dan spontane vrolijke meisje is gebleven. Dat meisje die niet eens meer wist wat impulsief zijn was, dat is toch erg onverantwoordelijk? Tjonge jonge, wat ben ik impulsief. Laat ik je eenmaal toe, dan zal ik op de meest onlogische momenten een gevoel krijgen van : och wat vind ik jou toch een heerlijk mens” en je zomaar op straat een knuffel geven. Zo ben ik! Een hele mooie kant van mijn ADHD brein. Die mooie kanten uitbreiden, dat lijkt me wel wat.